Ik weet het nog als de dag van gisteren. Het was in Sloten. De eerste keer dat ik alleen naar een familie ging, waarvan de man was overleden. Met zweterige handen hield ik mijn koffer vast en een gevoel van jeugdige zenuwachtigheid bekroop me bij het aanbellen. Een jonge vrouw deed de deur open. In de grote woonkamer zaten de overige familieleden en ik druk het zachtjes uit als ik zeg dat ik daar niet met open armen ontvangen werd.
De spanning in de woonkamer was voelbaar. De sfeer was kil, koud en gesloten. Waarschijnlijk lag er een grote familieruzie aan ten grondslag. Maar als je nog onervaren bent, is het lastig om daar meteen de vinger op te leggen. Ik haalde familieleden door elkaar, ik sprak tegen de vijftien jaar jongere vriendin van de overledene over ‘haar vader’. Ik was niet tegen de kilte opgewassen. Achteraf gezien niet mijn beste optreden.
Maar twintig jaar ervaring, twintig jaar warme families, rijke families, arme families, heftige families, leuke families, excentrieke families en ontroerende families verder hebben mij heel veel geleerd. Ik schrik er niet meer van als er ruzie in de familie is. In de periode tussen het overlijden en de uitvaart is er alle tijd om gedachten in te masseren, zalvende woorden te spreken en er wat nachtjes overheen te laten gaan. Die doen meestal wonderen en zorgen ervoor dat iedereen uiteindelijk op zijn of haar manier afscheid kan nemen.
Soms lukt dat niet helemaal. Ik herinner me een familie waarbij iemand de hele uitvaart naar zich toe wilde trekken. Van sprekers, tot bloemen, tot afscheidswoord en tot het sluiten van de kist op een tijdstip dat het niemand uitkomt. Die mensen heb je. Ik zie het als een uitdaging om de familieleden die niets gevraagd wordt, ook invloed te laten hebben. Zodat iedereen toch met een goed gevoel op een uitvaart kan terugkijken.
En soms, heel soms, dan lukt het niet. Dan zijn de familieruzies te heftig om in vijf of zes dagen op te lossen. Dan is er teveel pijn, teveel koppigheid, teveel hebzucht vaak ook. Dan helpt het niet meer om ‘uit respect voor de overledene’ geen ruzie te maken tijdens de dagen voorafgaand aan de uitvaart. Dan is er geen enkele beweging mogelijk en komt het gewoonweg niet meer goed.
Ook zijn er families, soms, heel soms, die na het overlijden van een familielid weer bij elkaar komen. Families die er aan de keukentafel achter komen, dat niemand meer weet waar de familievete eigenlijk over ging. Het gezamenlijke verdriet herstelt dan de verbinding. Het is fijn voor de nabestaanden, maar eeuwig zonde voor de overledene. Die heeft zich jarenlang zorgen gemaakt over iets wat niemand zich meer kan herinneren.
Het doet je des te meer beseffen hoe fijn het is als ‘het gewoon goed zit’ in families. Families waar ruzies worden bijgelegd, waar vaders, moeders, opa’s en oma’s met een gerust hart kunnen sterven, voordat wij aanbellen.
Deze column is geschreven door Marco.