marcodevries Geen reacties

De grondlegster van ons bedrijf, Elly de Vries, en onze medewerkster Tootje vinden de laatste verzorging geven aan iemand die is overleden ontzettend mooi. In de volksmond wordt het ‘afleggen’ genoemd, maar wij vinden dat niet zo’n vriendelijke term.

Waarom iemand ervoor kiest om dit te doen? Deze vraag intrigeert best veel mensen merken wij en wordt ons geregeld gesteld.

Nog niet zo lang geleden werd de laatste verzorging gedaan door ‘mannen in zwarte pakken’ en daar waren geen nabestaanden bij. De laatste jaren wil familie steeds vaker helpen. Wij stimuleren dat … alleen al het aanwezig zijn en kijken wat er wordt gedaan wordt ervaren als troostend en kan een positieve rol spelen bij de rouwverwerking.

Vaak vindt de verzorging op bed plaats. We kijken naar foto’s om te zien hoe iemand eruitzag. Het belangrijkste zijn natuurlijk de wensen van de familie. Vroeger werd vaak een pyjama aangedaan. Tegenwoordig wordt kleding gekozen waarvoor de overledene een voorkeur had. Voor de één een driedelig kostuum, voor de ander een spijkerbroek of zomerjurk.

Mensen vragen ons wel eens of het waar is dat armen en benen worden gebroken om iemand aan te kleden, omdat ze dat hebben gehoord. Daar is niets van waar! Om iemand aan te kleden bewegen we de ledematen wat, waardoor ze soepel worden. Het kan zijn dat de spieren daarbij wat kraken, net als bij een levende mens die zich uitrekt.

De familie heeft natuurlijk altijd zelf de keuze. Soms willen ze pas komen helpen als we vader of moeder ondergoed aan hebben gedaan. Alles gebeurt vanzelfsprekend zeer respectvol, ook als er niemand bij is. Of familie wil helemaal niet meehelpen. Dan is het steeds een spannend moment als ze voor het eerst gaan kijken. Degene die is overleden is dan gewassen en aangekleed en de haren zijn mooi verzorgd. Make-up wordt alleen opgedaan als dat past bij iemand, want het moet er vooral natuurlijk uitzien. We vragen dan bijvoorbeeld de lippenstift die iemand graag droeg en zelf mooi vond staan.

Elly is eerder doktersassistente geweest. In dat beroep kwamen zij al in aanraking met overledenen en nabestaanden. Ze vinden dit werk zo mooi omdat het erg dankbaar werk is. Je kunt heel veel voor mensen betekenen. Ze weten dat het goed is als mensen zeggen: ‘zo was ze precies’, of ‘je hebt ons onze moeder teruggegeven’. Onze dames hebben altijd een koffer met verzorgingsspullen in hun auto staan. Onder meer een poederdoos, handschoenen, een pincet, make-up, een krultang, watjes en een scheerapparaat. Het gebeurt nogal eens dat zij snel ergens moeten zijn.

Het is niet zozeer het werken met dode lichamen dat het werk intensief en soms best zwaar maakt. Het zijn de emoties van de familie, degenen die achter blijven, waar je heel dichtbij komt. Natuurlijk maken ze af en toe vreselijke dingen mee. Als iemand bijvoorbeeld slachtoffer is geweest van een verkeersongeval en ernstig gewond is geraakt. Dat zijn heftige dingen waarmee ze hebben leren omgaan.

‘De knop kunnen omzetten’ is de enige manier om het goed te kunnen doen. En na het verzorgen ook weer overgaan tot de orde van de dag. Boodschappen doen en bijvoorbeeld de kleinkinderen van school halen. Anders zijn zulke ervaringen te heftig en is het werk niet vol te houden. Ook praten we op ons kantoor geregeld met elkaar over wat we meemaken. Dat helpt! Het gaat er ons om het afscheid voor degenen die een dierbare verliezen zo mooi mogelijk te maken.